The GIMP Toolbox includes fourteen “paint tools”. By default they are shown together in five groups, but this can be disabled in Toolbox Preferences by unchecking Use tool groups.
The feature they all have in common is, that all of them are used by moving the pointer across the image display, creating brush-strokes. Five of them behave like the intuitive notion of “painting” with a brush. Pencil, Paintbrush, Airbrush, and MyPaint brush (introduced in GIMP 2.10.6) are called “basic painting tools” or brush tools.
The Pencil Tool.
The Paintbrush Tool.
The Airbrush Tool.
The Ink tool.
The MyPaint Brush Tool.
De andere gereedschappen gebruiken het penseel om een afbeelding op de een of andere manier te wijzigen in plaats van erop te schilderen:
the Bucket Fill Tool fills with color or a pattern;
the Gradient Tool fills with gradients;
the Eraser Tool erases;
the Clone Tool copies from a pattern, or image;
the Perspective Clone Tool copies into a changed perspective;
the Heal Tool corrects small defects;
the Blur/Sharpen Tool blurs or sharpens;
the Smudge Tool smears;
and the Dodge/Burn Tool lightens or darkens.
De voordelen van het gebruik van GIMP met een tekentablet in plaats van een muis zijn het grootst bij penseelgereedschappen: de winst in fijne controle is van onschatbare waarde. Deze tablets hebben ook hun speciale “drukgevoeligheid” opties.
Naast de gebruikelijke “handmatige” methode kunt u verfgereedschappen op een geautomatiseerde manier toepassen, door een selectie of pad te maken en vervolgens “belijnen”. U kunt belijnen met ieder verfgereedschap, ook de niet-standaardgereedschappen zoals het gum, het gereedschap Smeren, enz., en alle opties die u voor het gereedschap hebt ingesteld, worden toegepast. Zie het gedeelte over Belijnen voor meer informatie.
Holding down the Ctrl key has a special effect on every paint tool. For the Pencil, Paintbrush, Airbrush, Ink, and Eraser, it switches them into “color picker” mode, so that clicking on an image pixel causes GIMP's foreground to be set to the active layer's color at that point (or, for the Eraser, GIMP's background color). For the Clone tool, the Ctrl key switches it into a mode where clicking sets the reference point for copying. For the Blur/Sharpen tool, the Ctrl key switches between blur and sharpen modes; for the Dodge/Burn tool, it switches between dodging and burning.
De Shift-toets ingedrukt houden heeft hetzelfde effect op de meeste verfgereedschappen: het plaatst het gereedschap in de rechte lijnmodus. Om een rechte lijn te maken met een van de verfgereedschappen klikt u eerst op het beginpunt en drukt u dan op de Shift toets. Zolang u die ingedrukt houdt, ziet u een dunne lijn die het eerder aangeklikte punt verbindt met de huidige muispositie. Klikt u dan weer dan wordt die rechte lijn getekend. U kunt zo doorgaan om een reeks verbonden lijnen te maken.
Als u beide toetsen ingedrukt houdt, zet u het gereedschap in de beperkte rechte lijn modus. Dit is vergelijkbaar met het effect van alleen de Shift toets, maar de richting van de lijn wordt beperkt tot een veelvoud van 15 graden. Gebruik dit als u een perfecte horizontale, verticale of diagonale lijnen wil maken.
Veel gereedschapsopties zijn hetzelfde bij verschillende verfgereedschappen; die worden hier beschreven. Opties die slechts van toepassing zijn op één specifiek gereedschap of op een klein aantal gereedschappen, worden beschreven in de secties die aan die gereedschappen zijn gewijd.
De keuzelijst Modus biedt een selectie van de manieren van verftoepassing. De eenvoudigste manier om te begrijpen wat de instelling Modus doet, is u voorstellen dat u tekent op een extra laag boven de laag waaraan u werkt, waarbij de laagcombinatiemodus in het dialoogvenster Lagen is ingesteld op die geselecteerde modus. U kunt op deze manier een grote verscheidenheid aan speciale effecten produceren. De optie Modus is alleen bruikbaar voor gereedschappen die kunnen worden beschouwd als het toevoegen van kleur aan de afbeelding: de gereedschappen Potlood, Penseel, Verfspuit, Inkt en Kloon. Voor de andere verfgereedschappen wordt de optie omwille van de consistentie weergegeven, maar dan altijd grijs, inactief. Een lijst met modi is te vinden in Paragraaf 2, “Laag Modus”.
In deze lijst zijn sommige modi bijzonder en worden hieronder beschreven.
Met de schuifregelaar Dekking stelt u het transparantieniveau voor de penseelbewerking in. Als u wilt begrijpen hoe het werkt, stelt u zich voor dat in plaats van de actieve laag te wijzigen, het gereedschap een transparante laag boven de actieve laag maakt en op die laag werkt. Het wijzigen van dekking in de gereedschapsopties heeft hetzelfde effect als het wijzigen van dekking in het dialoogvenster Lagen in de laatste situatie. Het bepaalt de “sterkte” van alle verfgereedschappen, niet alleen die welke op de actieve laag schilderen. In het geval van het gum kan dit een beetje verwarrend overkomen: het komt er op neer dat hoe hoger de “dekking” is, hoe meer transparantie u krijgt.
Het penseel bepaalt hoeveel van de afbeelding wordt geraakt door het gereedschap en hoe het wordt beïnvloed wanneer u een penseelstreek maakt met de muis. Met GIMP kunt u verschillende soorten penselen gebruiken, die worden beschreven in de sectie Penselen. Dezelfde penseelkeuzes zijn beschikbaar voor alle tekengereedschappen, behalve het gereedschap Inkt, dat een uniek type procedureel gegenereerd penseel gebruikt. Alleen de gereedschappen Potlood, Penseel en Verfspuit gebruiken de kleuren van het penseel. Voor de andere verfgereedschappen is alleen de intensiteitsverdeling van een penseel relevant.
Met deze optie kunt u de grootte van uw penseel nauwkeurig instellen. Met de pijltjes-toetsen verandert u ze met 1 pixel tegelijk, met de Page-Up en Page-Down toetsen in stappen van 10. U kunt ook de muis instellen om de grootte te veranderen met het muiswiel. Zie daarvoor Grootte van een penseel veranderen
Deze regelaar bepaalt de verhouding tussen de hoogte en de breedte van het penseel. De waarden lopen van -20,00 tot 20,00 met de standaardwaarde ingesteld op 0,00. Een negatieve waarde van 0,00 tot -20 vermindert de hoogte van het penseel, terwijl een positieve waarde tussen 0,00 en 20,00 een vermindering van de breedte van het penseel aangeeft.
Met deze optie draait u het penseel om het middelpunt. Dit werkt alleen als het penseel niet rond is.
Met deze optie stelt u de afstand tussen de penseelafdrukken in een lijn in.
Verandert de grootte van het harde midden van het penseel.
Verandert de intensiteit van de penseelstreek.
Met penseelgedrag kunt u verschillende penseeleigenschappen toewijzen aan verschillende invoergegevens. Ze worden meestal gebruikt met grafische tablets, maar sommige zijn ook bruikbaar met een muis.
U kunt meer lezen over dit gedrag in Penseelgedrag
When stroking paths and selections using a paint tool there is an option to select “Emulate brush dynamics”. That means that when you stroke, brush pressure and velocity are varying along the length of the stroke. Pressure starts with zero, ramps up to full pressure and then ramps down again to no pressure. Velocity starts from zero and ramps up to full speed by the end of the stroke.
Deze opties worden beschreven in Uitvloeiingsopties
U kent de “afstand” in penseelstreken: lijnen worden gemaakt van opeenvolgende penseelafdrukken die, wanneer ze heel dichtbij zijn, een doorlopende lijn lijken te trekken. Hier worden in plaats daarvan de penseelmarkeringen verspreid over een grotere afstand die u kunt instellen met de schuifregelaar .
Het spikkeleffect is ook beschikbaar bij het ontwerpen van uw eigen penseel, waar u het aan het gedrag ven een penseel kan verbinden.
Deze optie heeft geen invloed op de weergave van de penseelstreek, maar op de “vorm”van de lijnen. Hij vermindert trillen van de lijn die u tekent. Het maakt tekenen met een muis gemakkelijker.
Als u deze optie inschakelt, ziet u twee schuifbalken, voor Kwaliteit en Zwaarte. U kunt de standaardwaarden wijzigen om het effect naar wens aan te passen.
Een grotere zwaarte verstevigt de penseelstreek.
Als u werkt aan een afbeelding die groter is (in pixels) dan uw scherm, moet u veel in- en uitzoomen. Deze optie maakt een natuurlijke "iteratieve verfijning" mogelijk zonder dat u de penseelgrootte steeds moet wijzigen terwijl u tussen de grote lijnen en de detaillering gaat.
Als u de penseelgrootte instelt ten opzichte van het canvas (optie uitgeschakeld), wordt het penseel ook ingezoomd en groter weergegeven bij inzoomen. Hebt u een penseel met een straal van 300 pixels en u zoomt in van 12% tot 100%, dan wordt het penseel half zo groot als het scherm. Vaak wilt u dan een kleiner penseel gebruiken.
Als u de penseelgrootte instelt ten opzichte van het scherm (optie aangevinkt), dan blijft de grootte van het penseel op het scherm gelijk, maar wordt de lijn op de afbeelding kleiner en kunt u dus aan kleine details werken.
"Penseelgrootte vergrendelen" kan ook worden gebruikt om het penseel te vergrendelen om rotatie te bekijken:
Verhoogt het effect stapsgewijs terwijl u muist.
Het selectievakje Oplopend lijkt anders te werken dan velen verwachten. Als deze uit staat (de standaardwaarde), wordt het maximale effect van een enkele lijn bepaald door de dekking die is ingesteld in de schuifregelaar dekking. Als de dekking is ingesteld op minder dan 100, zal het verplaatsen van het penseel over dezelfde plek de dekking alleen verhogen als het penseel in de tussentijd is losgelaten. Overschilderen met dezelfde lijn heeft geen effect. Als Oplopend ingeschakeld is dan tekent het penseel steeds met de ingestelde dekking als u een punt meer dan eens beschildert. Deze optie is beschikbaar voor alle verfgereedschappen, behalve voor gereedschappen met een schuifregelaar voor “Ratio” wat automatisch een Oplopend effect impliceert. Zie ook Paragraaf 2, “Laag Modus”.
In de volgende voorbeelden worden enkele verfmodi van GIMPgedemonstreerd:
Voor elk verfgereedschap met dekking van minder dan 100% tekent deze modus geen transparantie, maar bepaalt het de kans op het aanbrengen van verf. Dit geeft patronen van stippen aan verfstreken of vulling.
Deze modus past verf alleen toe op transparante gebieden van de laag: hoe lager de dekking, hoe meer verf wordt aangebracht. Het schilderen van ondoorzichtige gebieden heeft dus geen effect; het schilderen van transparante gebieden heeft hetzelfde effect als de normale modus. Het resultaat is altijd een toename van de dekking. Natuurlijk hebt u hiervoor een laag nodig met een alfakanaal.
In dit voorbeeld staat Wilber op de bovenste laag, omgeven door transparantie. De onderste laag is effen lichtblauw. Het gereedschap Emmer is gebruikt, waarbij de optie Hele selectie vullen is ingeschakeld en de hele laag is geselecteerd. Er is een patroon gebruikt om te vullen met het gereedschap Emmer.
De volgende afbeelding (hieronder) heeft twee lagen. De bovenste laag is actief. Drie penseelstreken met potlood, rood, met dekking 100%, 50%, 25%: alleen (gedeeltelijk) transparante pixels van de laag worden geschilderd.
Deze modus wist de voorgrondkleur en vervangt deze door gedeeltelijke transparantie. Het werkt als het filter Kleur naar alfa, toegepast op het gebied onder de penseelstreek. Merk op dat dit alleen werkt op lagen die een alfakanaal hebben, anders is deze modus identiek aan Normaal.
In het bovenstaande voorbeeld was de kleur van de Emmervulling wit, dus witte delen van Wilber werden gewist en de blauwe achtergrond wordt daar zichtbaar.
Deze afbeelding hieronder heeft slechts één laag, de achtergrond. Achtergrondkleur is hemelsblauw. Drie penseelstreken met potlood:
Met de exacte kleur van het blauwe gebied: alleen deze blauwe kleur wordt gewist.
Met de exacte kleur van het rode gebied. Alleen deze rode kleur wordt gewist, ongeacht de transparantie. Gewiste gebieden worden transparant gemaakt.
Met de hemelsblauwe kleur van de laagachtergrond: alleen deze kleur wordt gewist.
Gevorderde gebruikers zijn mogelijk geïnteresseerd om te weten dat verftools daadwerkelijk op subpixelniveau werken, om te voorkomen dat ze grillig uitziende resultaten opleveren. Een gevolg hiervan is dat zelfs als u met een penseel met harde rand werkt, zoals een van de cirkel-penselen, pixels aan de rand van de penseelstreek slechts gedeeltelijk worden beïnvloed. Als u alles-of-niets-effecten moet hebben (wat nodig kan zijn voor het verkrijgen van een goede selectie, of voor knippen en plakken, of voor het bedienen van pixel-voor-pixel op een hoog zoomniveau), gebruik dan het gereedschap Potlood, dat alle penselen perfect hard maakt en anti-aliasing van subpixel uitschakelt.