Hoofdstuk 10. Foto´s verbeteren

Inhoudsopgave

1. Werken met Foto's van een digitale camera
1.1. Inleiding
1.2. Compositie verbeteren
1.3. Kleuren verbeteren
1.4. Scherpte aanpassen
1.5. Ongewenste voorwerpen van een afbeelding verwijderen
1.6. Je Resultaten Opslaan

1. Werken met Foto's van een digitale camera

1.1. Inleiding

Een van de meeste gebruikte toepassingen van GIMP is het verbeteren van digitale foto's die om wat voor reden dan ook niet helemaal perfect zijn. Een foto kan over- of onderbelicht zijn, gedraaid moeten worden, onscherp zijn. Dat zijn allemaal problemen waarvoor GIMP gereedschappen heeft. Dit hoofdstuk geeft je een overzicht van die gereedschappen en waarvoor ze kunnen worden ingezet. Je zal nog niet de gedetailleerde handleidingen krijgen. Veel mensen willen liever met het gereedschap experimenteren dan eerst het handboek doorwerken. Maar bij ieder gereedschap is een volledige handleiding beschikbaar. Ook gaat dit deel niet over alle mogelijke speciale effecten die je met GIMP op een afbeelding kan toepassen. Dit hoofdstuk probeert je de weg te wijzen in het corrigeren van een foto. En wees niet bang om alles uit te proberen. Er is altijd nog de mogelijkheid van "Ongedaan maken" met een simpele sneltoets Ctrl+Z.

De vier meest voorkomende bewerkingen op imperfecte foto's zijn: De compositie verbeteren, de kleuren verbeteren, de scherpte verbeteren, ongewenste voorwerpen of onderdelen van de foto verwijderen.

1.2. Compositie verbeteren

1.2.1. Een afbeelding draaien

Het overkomt je gemakkelijk dat de camera tijdens het afdrukken niet helemaal horizontaal of verticaal staat, zodat de alles op de foto een beetje scheef staat. In GIMP verbeter je dat eenvoudig met het gereedschap Passer of met Draaien. Je activeert dit laatste door te klikken op zijn pictogram in de gereedschapskist, of door ergens in de afbeelding op toets Shift+R te drukken. Zorg dat de Gereedschap Opties zichtbaar en in beeld zijn, verifieer dat van de optie Transformeren: de linker knop (Laag) geselecteerd is. Klik dan met de linker muisknop ergens in de afbeelding en beweeg de muis met de knop nog ingedrukt. Dat heet slepen. Dan zie je de foto meedraaien met je bewegingen. Je kan meer dan een keer slepen, tot de hoek goed is, klik dan op de knop Draaien of druk de Enter toets in en de afbeelding wordt definitief zoveel gedraaid.

Als het effect niet in een keer goed is kun je nog een beetje bijdraaien, maar het scherpste resultaat krijg je door de eerste draaiing ongedaan te maken en de tweede (of derde) goed te doen, omdat iedere draaiing tot gevolg heeft dat de afbeelding iets vervaagt. De meeste beeldpunten moeten immers een niet-geheel aantal punten verplaatst worden, wat leidt tot afrondingen.

Sinds GIMP 2.2 kun je een voorbeeld van de draaiing van de afbeelding laten tonen waarmee je goed kan uitlijnen. Wat daarbij ook kan helpen is een willekeurig venster van GIMP of van een ander programma even voor de afbeelding te bewegen om te zien of de horizon echt horizontaal is.

[Opmerking] Opmerking

There is an option to preview the results of transformations, instead of just seeing a grid. This makes it easier to get things right on the first try.

Na het draaien zijn er wel "gaten" in de hoeken van je afbeelding. Een manier om die op te lossen is ze invullen met de juiste achtergrond, een veel eenvoudiger oplossing is de afbeelding zoveel bij te snijden dat de gaten er buiten vallen. Hoe groter de draaiing hoe meer je moet afsnijden, dus goed opletten bij het fotograferen is toch het mooist.

1.2.2. Bijsnijden

Bij het fotograferen heb je soms meer, soms minder mogelijkheid om te bepalen hoeveel je op de foto wil zetten. Regelmatig zal een foto beter worden door hem bij te snijden. Ook kan het bijsnijden helpen om de beeldvulling te verbeteren. Een vuistregel om vaak maar niet altijd te volgen is de regel van derden, die zegt dat een mooi effect wordt bereikt als het centrale onderwerp van de foto zich op een derde bevindt zowel in de hoogte als in de breedte.

To crop an image, activate the Crop tool in the Toolbox, or by pressing Shift+C while inside the image. With the tool active, clicking and dragging in the image will sweep out a crop rectangle. When everything is perfect, hit Enter. Note: if Delete cropped pixels in Crop Tool Options is disabled, the cropped part will not be removed from the image, only the visible image area will be adjusted.

1.3. Kleuren verbeteren

1.3.1. Automatische gereedschappen

Ondanks alle technische hulpmiddelen zijn digitale foto's regelmatig over- of onderbelicht, of gedeeltelijk niet goed belicht. GIMP heeft allerlei gereedschappen om de kleuren van een afbeelding te verbeteren, van volautomatische bewerkingen tot eindeloos variabele gereedschappen met vele parameters en instellingen. We zullen beginnen met de eenvoudigste.

GIMP heeft verschillende hulpmiddelen voor automatische kleurcorrectie. Helaas zullen ze vaak niet meteen het perfecte plaatje voor je kunnen maken, maar je kan ze eenvoudig en snel uitproberen, en ze geven je op zijn minst een idee van de mogelijkheden. Je vindt ze in het menu KleurenAuto, behalve de "Automatische kleurniveaus".

Hier zijn ze met een kleine toelichting:

Gelijkmaken

Dit is een zeer krachtige aanpassing die de kleuren van de afbeelding probeert regelmatig te verdelen over alle beschikbare mogelijke intensiteiten. Levert vaak een verbazingwekkend resultaat, zij het niet vaak het gewenste, probeer maar.

Kleurverbetering

Deze opdracht vergroot de verschillen in de verzadiging van de kleuren in de laag, zonder de kleurtint of helderheid te beïnvloeden. Werkt dus niet op grijswaarden.

Contrast vergroten

This is useful for underexposed images: it adjusts the whole image until the brightest point is right at the saturation limit, and the darkest point is black. The downside is that the amount of brightening is determined entirely by the lightest and darkest points in the image, so even one single white pixel and/or one single black pixel will make normalization ineffective. It operates on the red, green, and blue channels independently. It often has the useful effect of reducing color casts.

Stretch Contrast HSV

Werkt net als Contrast vergroten maar werkt in de HSV kleurruimte in plaats van in de RGB. Het beïnvloedt de kleurtint niet.

Witbalans

Dit zal de kleuren verbeteren van foto's waar het wit niet wit is of het zwart niet zwart; de overige kleuren worden dan mee verschoven.

Automatische kleurniveaus

Deze bewerking is te vinden in het dialoogscherm Kleurniveaus (KleurenNiveaus... in het afbeelding menu), en dan door de knop Automatische niveaus te gebruiken. Je krijgt dan een voorbeeld van het resultaat te zien, waarna je moet kiezen uit een van de knoppen OK of Annuleer rechtsonder. Ook kun je nog Standaardwaarden indrukken om terug te keren naar de beginsituatie zonder het dialoogscherm te sluiten.

Je kan dit dialoogvenster ook halfautomatisch gebruiken door zelf het meest zwarte en het meest witte punt in je afbeelding aan te wijzen en eventueel het neutraal grijze punt. Open de dialoog op dezelfde manier en klik op de eerste van de drie knoppen rechts, vrijwel onderaan. De knoppen met een oogdruppelaar als pictogram. Klik daarna in de afbeelding op het punt dat helemaal zwart zou moeten zijn (flink inzoomen kan hierbij helpen). Klik vervolgens op de derde knop met de omschrijving Kies witpunt en klik dan weer in de afbeelding op het punt dat zuiver wit moet zijn. Eventueel kun je dan ook nog het grijspunt kiezen op dezelfde manier. Zodra je klikt krijg je weer het voorbeeld te zien, je kan dus alsnog een ander punt kiezen. Ben je tevreden met het resultaat dan sluit je af met OK en anders met Annuleer.

Dit waren de mogelijke automatische verbeteringen; als je nog niet tevreden bent wordt het nu tijd voor de handmatige bewerkingen. Deze worden met weer een uitzondering allemaal benaderd via het menu Gereedschap of Kleuren in het afbeeldingsmenu. Nadat je een van de kleurgereedschappen hebt gekozen klik je ergens in de afbeelding om het bijbehorende dialoogscherm op te roepen.

1.3.2. Belichtingproblemen

Het eenvoudigst te gebruiken gereedschap is het Helderheid/contrast. Het is ook het minst ingrijpend, maar doet evengoed vaak net wat nodig is. Dit gereedschap is vaak goed voor over- of onderbelichte foto's; het heeft geen invloed op kleurcontrasten. Het gereedschap biedt je twee schuifbalken om respectievelijk de Helderheid en het Contrastbij te stellen. Als je de Voorbeeld optie aan hebt staan (altijd doen), dan zie je meteen wat de instelling voor de foto doet. Als je tevreden bent met het resultaat druk je de OK knop en dan wordt de bewerking uitgevoerd. Zo niet, dan kun je terug naar de Standaardwaarden, dat zijn de waarden voor je het gereedschap opende, of je drukt op Annuleren om de afbeelding onveranderd te laten.

Een wat uitgebreider gereedschap om belichtingsproblemen te benaderen is het Niveaus of Kleurniveaus gereedschap. Dit dialoogscherm ziet er ingewikkeld uit, maar we gebruiken voor dit doel alleen het bovenste deel Invoerniveaus. De handleiding voor de rest van het gereedschap vind je in Gereedschap Niveaus. Maar je kan ook gewoon de dingen uitproberen en zien hoe het afbeelding scherm reageert. (Zorg dus wel dat het vakje Voorbeeld linksonder is aangekruist.)

Een volgend en krachtiger gereedschap om in te zetten is Curves. Met dit gereedschap bewerk je net als in het vorige de invoer- en uitvoerniveaus, maar nu door de grafiek met de muis te veranderen door punten toe te voegen en verslepen. Met dit gereedschap kun je alles wat je ook kan met Helderheid/contrast en met Niveaus en meer. Ook voor dit gereedschap is er een Help pagina Curves, maar ga er vooral mee experimenteren.

Een andere heel krachtige manier om helderheid en contrast van de afbeelding variërend aan te passen, voor wat meer gevorderden is een nieuwe laag aanmaken boven die met de foto en in het Lagen dialoogvenster de Modus daarvan op Vermenigvuldigen te zetten. Dan fungeert de nieuwe laag als een belichtingscontrole voor de foto eronder, waarbij donkerder grijs in het filter zorgt voor een donkerder foto. Door in de nieuwe laag te tekenen kun je dan selectief gedeeltes van de foto meer belichten. Zorg wel voor een zachte overgang en gebruik vooral grijswaarden, tenzij je de kleuren van de afbeelding ook wil veranderen.

En dan is Vermenigvuldigen niet de enige bruikbare modus. In feite kun je met Vermenigvuldigen alleen gedeelten donkerder maken. Het omgekeerde doe je dus met de modus Delen, die kan dienen om onderbelichte (delen van) foto's lichter te laten kleuren. Hier is nog een truc om de maximale hoeveelheid detail in alle gedeelten van de afbeelding te bereiken:

  1. Dupliceer de laag (in een nieuwe laag boven de eerste).

  2. Verminder de verzadiging van de nieuwe laag naar nul.

  3. Voer Gaussiaans vervagen uit op het resultaat met een grote straal (100 of meer).

  4. Zet de modus van de laag op Delen.

  5. Zoek de juiste hoeveelheid correctie door de dekking van de laag te variëren of door de helderheid van de laag aan te passen.

  6. Ben je tevreden met het resultaat dan kun je de knop Neerwaarts samenvoegen indrukken om het effect van deze bewerking te combineren met de originele foto als een enkele laag.

Naast Vermenigvuldigen en Delen kun je soms nuttige effecten bereiken met een van de andere modussen zoals Doordrukken, Tegenhouden of Zacht Licht. Je zult merken dat naarmate je meer mogelijkheden kent het lastiger kiezen wordt.

1.3.3. Kleurtint en Verzadiging aanpassen

In onze ervaring is het als je foto een kleurafwijking heeft -- teveel rood, teveel blauw, e.d. -- de eenvoudigste oplossing om hem te corrigeren met het gereedschap Niveaus, door de individuele niveaus in het rode, groene en blauwe kanaal aan te passen. Wanneer dat niet werkt is misschien het Kleurbalans of Curves gereedschap een optie, al zijn die moeilijker om goed ingesteld te krijgen. (Maar ze zijn weer heel goed in speciale effecten.)

Soms is het moeilijk te bepalen of je de kleuren nu wel goed hebt aangepast. Een goede objectieve techniek daarvoor is om een paar punten in de foto te vinden die wit of grijs zouden moeten zijn en het Pipet gereedschap (het pictogram met de druppelaar) te gebruiken. Klik je daarmee op zo'n punt dan zie je welke kleur het heeft. de rode, groene en blauwe component van die kleur zouden gelijk moeten zijn. Afhankelijk van het resultaat kun je dan bepalen welke correctie nog nodig is.

Als je foto er verwassen uitziet ---wat makkelijk kan gebeuren met foto's gemaakt in fel licht ---probeer het gereedschap Tint/verzadiging, die geeft je drie schuifbalken om te manipuleren, voor Tint, Lichtheid, en Verzadiging. Verhogen van de verzadiging kan dit soort afbeeldingen beter maken. Soms moet je ook de lichtheid mee aanpassen. ( lichtheid is hier vergelijkbaar met Helderheid in het Helderheid/Contrast gereedschap, behalve dat ze op een verschillende manier uit de rode, groene en blauwe kanalen worden opgebouwd.) Het gereedschap Tint/verzadiging biedt ook de mogelijkheid om op een beperkt gedeelte van de kleuren te werken(door de kleurknoppen bovenin het dialoogvenster te gebruiken), maar als je natuurlijk uitziende kleuren wil verkrijgen is dat zelden de goede werkwijze.

[Tip] Tip

Ook op foto's die er niet meteen verwassen uitzien kan het wat verhogen van de verzadiging een verbetering betekenen.

Als een foto is gemaakt met weinig licht treedt nog wel eens het omgekeerde probleem op: Teveel verzadiging. Ook in die gevallen kan het gereedschap Tint/verzadiging zijn diensten bewijzen, maar dan door de verzadiging te verminderen in plaats van te vergroten.

1.4. Scherpte aanpassen

1.4.1. Verscherpen

Als de camera niet goed scherp gesteld is of beweegt tijdens het fotograferen is het resultaat een vervaagde foto. Als het beeld erg vaag is geworden valt er waarschijnlijk niets meer aan te doen, maar met een beetje vervaging zijn er wel hulpmiddelen om het te verbeteren.

De meest gebruikte techniek om onscherpe foto's te verbeteren is het filter Verscherpen (Onscherp Masker). Ondanks zijn mogelijk verwarrende naam, afkomstig uit de donkere kamer, is zijn doel om de afbeelding scherper te maken, niet onscherp. Het is een plug-in, en je kan het bereiken via Filters->Verbeteren->Verscherpen (Onscherp Masker). in het menu van de afbeelding. De twee belangrijkste parameters om in te stellen zijn Straal en Hoeveelheid. The standaard waarden werken best vaak goed, probeer die dus eerst. Door het verhogen van de straal of hoeveelheid vergroot je het effect. Maar teveel verscherpen leidt tot neveneffecten, zoals dat de ruis in de afbeelding wordt versterkt.

[Tip] Tip

Sometimes using Sharpen (Unsharp Mask) can cause color distortion where there are strong contrasts in an image. When this happens, you can often get better results by decomposing the image into separate Hue-Saturation-Value (HSV) layers, and running Sharpen (Unsharp Mask) on the Value layer only, then recomposing. This works because the human eye has much finer resolution for brightness than for color. See the sections on Decompose and Compose for more information.

In some situations, you may be able to get useful results by selectively sharpening specific parts of an image using the Blur/Sharpen tool from the Toolbox, in "Sharpen" mode. This allows you to increase the sharpness in areas by painting over them with any paintbrush. You should be restrained about this, though, or the results will not look very natural: sharpening increases the apparent sharpness of edges in the image, but also amplifies noise.

1.4.2. Korreligheid verminderen

Als je fotografeert bij weinig licht of met een korte sluitertijd zal de camera niet genoeg licht opvangen om een nauwkeurige foto te kunnen maken en ziet het resultaat er korrelig uit. Dat kun je verzachten door de foto wat te vervagen, maar dan verlies je dus wel de scherpte van de foto. Er zijn een paar alternatieven die mogelijk een beter resultaat kunnen geven. Wellicht is het beste, als de korreligheid niet groot is, een filter te gebruiken genaamd Selectieve Gaussiaanse vervaging, met de vervagingsstraal ingesteld op 1 of 2 pixels. Een andere aanpak is het filter Ontspikkelen. Deze heeft een mooie voorbeeldfunctie waardoor je goed kan spelen met de instellingen om het beste resultaat te zoeken. Als de korreligheid te groot is dan zal het echter niet makkelijk zijn om een zinvol resultaat te bereiken.

1.4.3. Verzachten

Af en toe treedt ook het omgekeerde probleem op, dat een afbeelding te knapperig is. De oplossing om het dan een beetje te vervagen is gelukkig wel eenvoudig uit te voeren. waarschijnlijk is er maar een beetje vervaging nodig dat gaat gemakkelijk met het plug-in filter Vervagen, te vinden in menu FiltersVervagenVervaging. Deze zal de scherpte een beetje van de foto af halen. Is een keer te weinig dan kun je hem nog een keer toepassen naar believen.

1.5. Ongewenste voorwerpen van een afbeelding verwijderen

Er zijn twee soorten dingen die je vaak van de foto wil verwijderen: zaken ten gevolge van vuil, zoals een haar op de lens en dingen die wel echt zijn, maar de kwaliteit van de foto verstoren, zoals telefoondraden in de hoek van een mooi landschap.

1.5.1. Vlekken verwijderen

Een goed hulpmiddel om de afdruk van stof en vuil op de lens te verwijderen is het filter Ontspikkelen, in het menu FiltersVerbeterenOntspikkelen uit het afbeelding menu. Wat heel belangrijk is bij dit gereedschap is te beginnen met een beperkte selectie met het probleemgebied en weinig van zijn omgeving. De selectie moet net zo groot zijn dat de vlek goed te onderscheiden is van zijn omgeving. Nadat de juiste selectie is gemaakt activeer je het gereedschap Ontspikkelen en kijkt naar het voorbeeldvenster terwijl je sleutelt aan de verschillende instellingen. Met wat geluk vind je de instelling waarbij de achtergrond niet aangetast wordt maar wel de vlek verwijderd. Hoe beter de vlek van de omgeving gescheiden is des te beter. Werkt het filter niet goed, dan kun je het mogelijk nog eens proberen met een andere selectie.

Heb je meerdere vlekken in het beeld dan moet je ze allemaal apart op deze manier bewerken. (En de lens nakijken.)

1.5.2. Vuil Verwijderen

De nuttigste methode om ongewenste troep van de afbeelding te verwijderen is het gereedschap Klonen, waarmee je een deel van de afbeelding kan overschilderen met een stuk uit een ander deel van dezelfde of zelfs een deel van een andere afbeelding. De truc om het klonen effectief toe te passen is het vinden van het juiste stukje afbeelding dat kan worden gebruikt om te kopiëren over het ongewenste gedeelte: als de omgeving van dat gedeelte erg verschillend is van de rest van het plaatje dan zal dit niet meevallen. Maar als je een mooi strand hebt gefotografeerd met een persoon of hond die je in de weg loopt dan zal er vast een stuk leeg strand zijn dat je er overheen kan klonen, en het resultaat kan er verrassend natuurlijk uit zien.

Zie de help pagina over Klonen voor meer uitleg. Klonen is een kunst die je in de vingers moet krijgen door veel te oefenen.

Een ander gereedschap dat op het klonen lijkt maar slimmer is het Repareren dat ook rekening houdt met de omgeving van de bestemming. Een typisch gebruik van repareren is om rimpels en dergelijke onvolkomenheden in afbeeldingen te verwijderen.

In sommige gevallen kun je heel goed uitkomen door het gewraakte onderwerp simpelweg uit de afbeelding te knippen en een plug-in genaamd Resynthesizer te gebruiken om de leegte te vullen. Die plug-in wordt niet standaard met GIMP meegeleverd, maar kan worden gevonden op de website van de auteur, [PLUGIN-RESYNTH].

1.5.3. Rode ogen corrigeren

Bij het fotograferen met flits van iemand die recht in de camera kijkt is er een grote kans de rode achterkant van de oogbollen op de foto te zien krijgt. De ogen kunnen bijzonder rood gekleurd raken, en lijken heel onnatuurlijk. Met moderne flitsers kan het effect al voor een groot deel voorkomen worden, maar het blijft voorkomen. Interessant is dat het effect ook optreedt in ogen van dieren, maar die kunnen dan andere kleuren vertonen, zoals groen.

Sinds versie 2.4 heeft GIMP een ingebouwd speciaal filter Rode ogen verwijderen. Maak eerst een selectie met een van de selectie-gereedschappen van het rode deel van een of van beide ogen, en selecteer dan het filter Rode ogen verwijderen. Misschien moet je wat experimenteren met de juiste selectie of met de drempelwaarde om het juiste resultaat te krijgen.

1.6. Je Resultaten Opslaan

1.6.1. Bestanden

In welk bestandsformaat moet je je werk opslaan en in welke afmetingen? Dat is afhankelijk van waarvoor je de afbeelding (mogelijk) wil gebruiken.

  • Als je hem mogelijk nog een keer in GIMP wil openen en er nog een of meer bewerkingen op wil doen dan kun je hem 't best in GIMP's eigen XCF formaat opslaan, want dan weet je zeker dat alle informatie behouden blijft.

  • Als je de afbeelding mogelijk een keer wil afdrukken moet je hem niet verkleinen, behalve dan door bijsnijden. Printers kunnen immer veel scherpere beelden produceren dan computer schermen — 600 á 1400 dpi (dots per inch) voor een typische printer, tegenover 72 á 100 pixels per inch voor een beeldscherm. Een foto van 3000 x 5000 pixels lijkt gigantisch groot op een monitor, maar is niet groter dan 12,5 bij 20 cm (5 bij 8 inch) op papier met 600 dpi. Anderzijds is er zelden reden om een afbeelding te vergroten, je kan de extra informatie die in zo'n grotere afbeelding past immers niet bijmaken, dus het voegt niets toe. Als bestandsformaat voor foto's is JPEG doorgaans een goede keuze, en meestal is kwaliteit 75 á 85 goed, bij afbeeldingen met grote egale kleurvlakken is een hogere kwaliteit aan te raden. Een formaat zoals TIFF wordt helemaal niet gecomprimeerd en is aanbevolen als je de volledige informatie wil opslaan (als het origineel niet al een jpeg type is).

  • Als je de afbeelding alleen gaat gebruiken om op een beeldscherm of videoprojector te tonen dan is de resolutie van die apparaten je maximaal nodige grootte. Die heeft wel de neiging om in de loop der tijd steeds groter te worden, nu dit geschreven wordt lijkt 1900 bij 1200 pixels groot genoeg, maar een aantal jaren geleden was dat 1600 bij 900. Voor foto's en foto-achtige afbeeldingen is het jpg formaat vrijwel zeker een goede keuze. Voor grafische bestanden met effen kleurvlakken kan png beter uitwerken.

  • Als je de afbeelding in een webpagina wil opnemen of wil e-mailen is het nog steeds de moeite waard om hem niet groter te maken dan nodig is. Houd daarbij rekening met de maximale afmeting van de webpagina op andere beeldschermen. Sla de afbeelding op als jpeg bestand, en zet in het dialoogvenster Afbeelding exporteren als JPEG het vinkje aan voor Voorbeeld tonen in afbeeldingsvenster. Zet de resolutie van het afbeeldingsvenster op 100% en kijk wat het minimale niveau van de kwaliteit moet zijn om geen vervorming te zien te krijgen.

Zie verder de sectie over Bestandsformaten voor meer informatie.

1.6.2. Je Foto's Afdrukken

Zoals in bijna alle programma's kun je in GIMP printen via een menuoptie BestandAfdrukken. Maar GIMP heeft wel een paar eigenaardigheden om rekening mee te houden bij het afdrukken:

  • dat de afbeelding op het scherm doorgaans wordt weergegeven in RGB modus, maar het afdrukken gebeurt in CMYK modus, wat er in resulteert dat de kleuren toch iets anders kunnen zijn dan je verwacht had. Voor de nieuwsgierigen onder ons is er een goede uitleg op Wikipedia:

  • dat de resolutie van de printer en die van het beeldscherm onafhankelijk van elkaar zijn. De mogelijke resoluties van printers zijn in de orde van 10 keer die van een beeldscherm. Je moet zelf de juiste afmetingen en resolutie voor de afdruk instellen.

Consequently, before any printing it is relevant to go to: ImagePrint size and choose here your convenient output size in print size box adjusting either sizes or resolution. The symbol shows that the both values are linked. You can dissociate x and y resolution by clicking on that symbol, but it is risky! Probably this possibility is open because printers are built with different x vs. y resolutions. Nevertheless if you unlinked them you can be very surprised! You can try this in special effects.

Laatste aanbeveling: denk eraan te controleren of de afbeelding binnen de kantlijnen van de printer en het papier past en of hij gecentreerd wordt of juist niet.

1.6.3. EXIF gegevens

Moderne digitale camera's voegen een hele set gegevens toe aan je afbeelding over de instellingen en omstandigheden waarmee de foto gemaakt is. Deze gegevens worden in het JPEG en TIFF formaat opgenomen in een vaste structuur die EXIF wordt genoemd. GIMP kan de EXIF gegevens bewaren, mits de benodigde programmabibliotheek, libexif, op jouw systeem beschikbaar is. Bij het opslaan van de afbeelding in een van deze formaten zal GIMP dan ook vragen of je de gegevens mee wil opslaan, en als je instemt deze gegevens ongewijzigd overnemen van het origineel. Inhoudelijk is dat niet helemaal terecht (sommige gegevens kunnen inmiddels door GIMP zijn veranderd ).

If you would like to see the contents of the EXIF data, you can use the metadata-viewer plug-in. you can access it as Image->Metadata->View metadata from the menu.