Inhoudsopgave
GIMP is capable of reading and writing a large variety of graphics file formats. With the exception of GIMP's native XCF file format, file handling is done by plug-ins. This makes it relatively easy to extend GIMP to support new file types when the need arises.
Opmerking | |
---|---|
When you opened an image in older GIMP releases, let's say a JPG or PNG, the image kept its format and was saved in the same format by using Save. Since GIMP 2.8, all images are imported into GIMP's own XCF format, as a new project. For example, a “sunflower.png” image will be loaded as “*[sunflower] (imported)-1.0 (indexed color, 1 layer)”. The leading asterisk indicates that this file has been changed. This image can be saved as “sunflower.xcf” by using the Save command. If you need your image in another format, you should use the Export command. |
When you are finished working with an image, you will save the results. In fact, it is often a good idea to save at intermediate stages too. GIMP is a pretty robust program, but on rare occasions crashes have happened.
GIMP's native format XCF is special. It is the only format that can store everything about an image (with the exception of “undo” information). This is the reason that saving can only be done in this format. It makes the XCF format especially suited for storing intermediate results, and for saving images to be re-opened later in GIMP.
XCF files are not readable by most other programs that display images. Once you have finished editing your image, you can export it to the format of your choice. GIMP supports a wide range of formats. Most file formats that can be imported, can also be used for exporting.
There are several commands for saving and exporting images. They are listed in the section covering the File Menu. More information on how to use them can be found there.
Zoals we hierboven al opmerkten kan alleen GIMP's eigen XCF opmaak alle informatie van een GIMP-afbeelding opslaan. Als je deze dus in een andere opmaak opslaat, laat GIMP je eerst weten dat er informatie verloren zal gaan en vraagt of je akkoord gaat met de manier waarop er met dit informatieverlies omgegaan wordt.
Het exporteren verandert niets aan de afbeelding zelf, dus hierin gaat geen informatie verloren. Zie verder Bestand Exporteren.
Opmerking | |
---|---|
Wanneer je een afbeelding afsluit en deze nog niet opgeslagen is wordt je hiervoor gewaarschuwd. Zodra je de afbeelding in het XCF formaat opslaat verandert de status naar “onveranderd”. Saving an image in GIMP's native format XCF will cause the image to be considered "not dirty". On the contrary, exporting an image will not change it to "not dirty", because GIMP can't know for sure that no image information will be lost. |
Waarschuwing | |
---|---|
Het GIF formaat ondersteunt verschillende basale afbeeldingseigenschappen niet, zoals de resolutie voor afdrukken. Als die van belang zijn kies je beter voor het PNG formaat. |
Door interlace te gebruiken kan een webpagina de afbeelding al laten zien terwijl hij ingeladen wordt. Dat is vooral van belang bij grote bestanden en een trage internetverbinding, opdat je alvast kan zien of het de juiste afbeelding is. Dit was vroeger van veel meer belang dan tegenwoordig met onze betere netwerkverbindingen.
GIF commentaar kan alleen bestaan uit 7-bit ASCII tekens. Als je maar één ander teken gebruikt dan zal GIMP de afbeelding exporteren zonder commentaar, en je pas daarna waarschuwen dat het commentaar niet is opgeslagen.
Als deze optie is aangekruist zal de animatie continu worden afgespeeld zonder eind.
Je kan de tijd tussen de verschillende frames instellen in milliseconden, voor die frames waar nog geen tijd in de Laag eigenschappen is ingesteld.
Als het niet eerder is ingesteld kun je hier aangeven hoe de frames elkaar zullen opvolgen. Je hebt keuze uit 3 opties:
Maakt niet uit: Als alle lagen ondoorzichtig zijn is er toch altijd maar één zichtbare laag.
Cumulatieve Lagen (combineren): de oude lagen blijven staan en de nieuwe wordt er telkens bovenop geplaatst.
Eén frame per laag (vervangen): Het nieuwe frame wordt telkens in plaats van het vorige vertoond.
Spreekt voor zich.
Spreekt voor zich.
HEIF is de afkorting van High Efficiency Image-file Format. HEIC van idem Coding. Dat betekent dus zeer efficiënte opslag van afbeeldingen.
In een HEIF afbeelding kan twee keer zoveel informatie worden opgeslagen als in een even grote JPEG versie, zodat de afbeeldingen bij dezelfde grootte van veel betere kwaliteit zijn. Een punt is nog wel dat ook in feb 2021 nog vrijwel geen enkele browser deze afbeeldingen standaard kan weergeven.
Meer informatie in het Engels in Wikipedia.
We hebben niets aan de opties toe te voegen.
JPEG afbeeldingen hebben meestal de extensie .jpg, .JPG of .jpeg. Het is een wijdverbreide bestandsvorm omdat het zeer efficiënt gecomprimeerde afbeeldingen oplevert met weinig verlies van kwaliteit. Tot voor kort kwam geen ander formaat in de buurt van dat niveau van compressie en kwaliteit. Nadelen van JPEG zijn dat transparantie en meerdere lagen niet worden ondersteund.
Het JPEG algoritme is behoorlijk complex en kent een grote partij opties, waarvan het merendeel toch vooral interessant is voor technici en experts. Waarschijnlijk is de kwaliteit de enige belangrijke parameter in de praktijk.
Als je een afbeelding in het JPEG formaat wilt opslaan verschijnt er een dialoog met een boel opties, waaronder de kwaliteit met een schaal van 0 tot 100. Waarden boven 95 zijn echter doorgaans niet zinvol. De standaard kwaliteit van 85 levert meestal uitstekende resultaten op, en in veel gevallen is het mogelijk de kwaliteit nog heel wat lager in te stellen zonder zichtbare gevolgen voor de afbeelding. Je kan verifiëren of de ingestelde kwaliteit voldoet door het kruisje te zetten bij Voorbeeld tonen in afbeeldingsvenster. Zet dan wel de zoomfactor op 100%.
Opmerking | |
---|---|
N.B. De getallen voor de JPEG kwaliteit hebben geen exacte betekenis. Een kwaliteit van 80 in GIMP kan heel anders zijn dan een kwaliteit van 80 in een ander programma. |
Als er in de ingeladen afbeelding een bepaalde kwaliteitsinstelling (of “kwaliteiten tabel”) zat ingebouwd dan biedt deze optie je de mogelijkheid om die instelling te gebruiken in plaats van de standaard instelling van GIMP.
Als je alleen een paar kleine wijzigingen in de afbeelding hebt aangebracht dan kan het hergebruiken van die instellingen ervoor zorgen dat je afbeelding qua grootte en inhoud vergelijkbaar blijft met het origineel. Het opnieuw comprimeren van de afbeelding met andere instellingen zal dan eerder meer kwaliteitsverlies opleveren.
Als de kwaliteitsinstelling van het originele bestand niet hoger was dan jouw standaard instelling dan zal de optie “Kwaliteitsinstellingen van de oorspronkelijke afbeelding gebruiken” wel beschikbaar zijn maar niet standaard ingeschakeld. Daarmee krijg je altijd de minimum kwaliteit die je zelf hebt ingesteld in je voorkeuren.
Door deze optie aan te vinken zie je het effect van iedere verandering in de kwaliteitsinstelling meteen in het afbeeldingsvenster. (De afbeelding wordt er niet door veranderd, als je het dialoogvenster sluit komt die weer tevoorschijn.
Als de afbeelding bij het inladen Exif, XMP en/of IPTC metagegevens bevatte dan zijn die bewaard en kun je ze wel of niet opnieuw mee opslaan in de nieuwe afbeelding.
Veel programma's gebruiken het kleine miniatuur zodat je snel een idee van de afbeelding kan krijgen.
Je kan het commentaar dat aan de afbeelding gekoppeld was bewerken of een nieuw schrijven.
Enige informatie over de geavanceerde opties:
Het optimaliseren betreft de manier waarop het coderen wordt uitgevoerd. Het resultaat is typisch een kleiner bestand dan anders, maar het kost meer tijd om het te berekenen.
JPG compressie creëert soms neveneffecten. Door deze optie te gebruiken kunnen deze verminderd worden en lijkt de afbeelding gladder, maar hij wordt er ook door vervaagd.
Arithmetic encoding is a form of entropy encoding (a lossless data compression scheme) that, since GIMP-2.10 can be used in exporting as JPEG. Images using arithmetic encoding can be 5 - 10 % smaller. But older software may have trouble opening these images.
Er kunnen markeringen in het bestand worden gezet om het mogelijk te maken om de afbeelding in gedeelten te laden. Raakt de verbinding tijdens het laden van een webpagina verbroken dan kan het vanaf de laatste markering weer worden opgepakt.
JPEG afbeeldingen worden bewaard als een serie gecomprimeerde vierkante tegels genaamd MCU (Minimum Coding Unit). Je kan de maat van deze tegels instellen (in pixels).
Met deze optie ingeschakeld worden de gedeelten van de afbeelding in zo'n volgorde opgeslagen dat een webpagina met een langzame verbinding al snel een indruk van het plaatje kan geven en dan scherpte toevoegen, overeenkomstig Interlace bij het GIF formaat. Helaas kost het wel iets meer opslagruimte.
Opmerking | |
---|---|
Beware that certain older TVs and photo frames (and maybe other devices) may not be able to show jpeg images that have been exported with the progressive setting enabled (which is the default). |
Het menselijk oog is niet in het hele kleurenspectrum even gevoelig. De compressie kan dit gebruiken door kleurverschillen die we vrijwel niet zien te elimineren. Er zijn drie methoden beschikbaar:
1x1,1x1,1x1 (beste kwaliteit): Vaak aangeduid als (4:4:4), dit produceert de beste kwaliteit, met behoud van grenzen en contrast, maar de compressie is niet heel sterk.
2x1,1x1,1x1 (4:2:2): Dit is de standaard voor subsampling, die doorgaans een goede verhouding oplevert tussen kwaliteit en bestandsgrootte. Er zijn echter sommige situaties waarin geen subsampling (4:4:4) een merkbaar betere kwaliteit oplevert; bijvoorbeeld als de afbeelding fijne details kent als tekst op een egale achtergrond, of juist afbeeldingen met bijna-vlakke kleuren.
1x2,1x1,1x1 Dit is vergelijkbaar met (2x1,1x1,1x1), maar de kleuren reeksen worden horizontaal in plaats van verticaal opgebouwd. Gelijk aan wanneer de afbeelding gedraaid zou zijn.
2x2,1x1,1x1 (kleinste bestand): Vaak aangeduid als (4:1:1), dit levert de kleinste bestanden op. Het is geschikt voor afbeeldingen zonder scherpe randen maar neigt naar onnatuurlijke kleuren.
DCT is “Discrete Cosinus Transformatie”, en is de eerste stap in het JPEG algoritme om van een ruimtelijk naar een frequentie-domein over te stappen. De keuzen zijn “Drijvende komma”, “integer” (de standaard), en “snelle integer”.
“Drijvende komma”: De Drijvende komma methode is iets nauwkeuriger dan de integer methode, maar is veel langzamer zolang je machine geen snelle chips heeft voor Drijvende komma berekeningen. Deze berekening zou per machine iets verschillende resultaten kunnen geven, wat de integer methode niet zal doen.
“integer” (de standaard): Deze methode is sneller dan “Drijvende komma”, maar niet zo nauwkeurig.
“snelle integer”: De snelle integer methode is veel minder nauwkeurig dan de andere twee.
Door interlace te gebruiken kan een webpagina de afbeelding al laten zien terwijl hij ingeladen wordt. Dat is vooral van belang bij grote bestanden en een trage internetverbinding, opdat je alvast kan zien of het de juiste afbeelding is. Dit was vroeger van veel meer belang dan tegenwoordig met onze betere netwerkverbindingen.
If your image has many transparency levels, the Internet browsers that recognize only two levels, will use the background color of your Toolbox instead.
Gamma correctie is het aanpassen van de computer kleuren aan verschillende beeldschermen. Deze optie slaat de gamma factor van je huidige beeldscherm op in het PNG bestand, zodat viewers op andere computers kunnen compenseren voor een lichter of donkerder beeldscherm.
PNG kent de optie om lagen van verschillende grootte op verschillende posities weer te geven. Helaas werkt deze optie in GIMP al heel lang niet goed. Gebruik deze niet, maar voeg de lagen samen voor het opslaan als ze niet allemaal even groot zijn.
De Resolutie van de afbeelding, in ppi (pixels per inch) Opslaan.
Datum en tijd dat de afbeelding wordt opgeslagen.
Dit commentaar kun je dan teruglezen in de Afbeeldingsinfo.
Met deze optie ingeschakeld worden ook de kleuren opgeslagen van beeldpunten die volledig doorzichtig zijn. Maar dat is alleen mogelijk met een enkele laag, niet met een laag die ooit samengevoegd is, want bij het samenvoegen van lagen kan GIMP geen kleur meer aan het punt toekennen.
By default your PNG image is exported in a pixelformat that resembles the settings of your image in GIMP. This is usually what you want, but when you need a specific output format you can change this here to 8 or 16 bits per channel RGB or Grayscale, with or without alpha channel.
Omdat er bij PNG compressie geen informatie verloren gaat is de enige reden om een lager niveau dan 9 te kiezen dat het opslaan je te lang duurt. Het weergeven van de afbeelding blijft precies hetzelfde.
Als de afbeelding die je hebt ingeladen Exif, XMP en/of IPTC metagegevens (zie Woordenlijst) bevatte dan zijn die bewaard. Ook kun je ze alsnog invullen/aanpassen. Je kan beslissen of ze bij de export wel of niet worden meegenomen.
Klik om de huidige instellingen in dit scherm op te slaan, dan kun je ze later met
weer terughalen.Opmerking | |
---|---|
Het PNG formaat ondersteunt geïndexeerde kleuren in afbeeldingen Voor afbeeldingen met weinig verschillende kleuren hou je dan kleinere bestanden over. Dit wordt veel gebruikt bij afbeeldingen voor Internet, zoals pictogrammen, knoppen en logo's. Zie Paragraaf 6.6, “Indexed mode” voor het omzetten. Computers werken vanouds met gegevens gegroepeerd in “Byte's”. Een byte is een rijtje van 8 bits die elk 1 of 0 zijn, en kan dus 256 verschillende getallen voorstellen, of 256 verschillende kleuren. In normale bestanden heeft het geen zin om de kleuren minder nauwkeurig op te slaan omdat er altijd een byte per beeldpunt zal worden gebruikt. Het “PNG8” formaat gebruikt daarnaast net als GIF maar één bit voor transparantie, dus kent alleen wel en niet doorzichtig. |
Met deze optie kun je kiezen voor een van de manieren van comprimeren van de afbeelding.
None: is fast, and lossless, but the resulting file can be very large.
LZW: The image is compressed using the “Lempel-Ziv-Welch” algorithm, a lossless compression technique. This is efficient and fast. More information at [WKPD-LZW].
Pack Bits: is een snel, simpel compressie mechanisme voor run-length codering van gegevens. Apple heeft het PackBits formaat ontworpen voor MacPaint op de Macintosh computer. Een PackBits bestand bestaat uit pakketten met een byte header gevolgd door een inhoud. (Bron: [WKPD-PACKBITS])
Deflate: is a lossless data compression algorithm that uses a combination of the LZ77 algorithm and Huffman coding. It is also used in Zip and Gzip files and PNG images. Source: [WKPD-DEFLATE].
JPEG: is a very good compression algorithm but lossy. This is the same compression as used in JPEG images. Since it is lossy, you should not use this when image quality is important. This compression can not be used when your image is in indexed mode.
CCITT Group 3 fax and CCITT Group 4 fax are black and white formats developed to transfer images by FAX.
Opmerking | |
---|---|
These two compression modes can only be selected, if the image is in indexed mode and reduced to two colors. Use “Use black and white (1-bit) palette” is checked. → → to convert the image to indexed mode. Make sure that |
Since GIMP-2.10.12, you can save layers when exporting to TIFF. Each layer will be a separate page in the TIFF image.
When Save layers is checked, this option, which is enabled by default, will resize all layers to the size of the image. TIFF images can not have negative offsets. This option enables you to import the TIFF again without having to change the position of layers that had a different size as the image in the original.
When this is enabled the color values are saved even if the pixels are completely transparent.
In dit veld kun je een commentaar bij de afbeelding opslaan.
When this option is enabled existing EXIF metadata will be saved in the exported TIFF image.
When this option is enabled existing XMP metadata will be saved in the exported TIFF image.
When this option is enabled existing IPTC metadata will be saved in the exported TIFF image.
When this option is enabled a thumbnail will be saved as the second page in the exported TIFF image. This will also cause certain EXIF tags to be saved even if you have disabled saving EXIF metadata.
When this option is enabled the color profile will be saved in the exported TIFF image.
When this option is enabled GeoTIFF metadata that was present in the original image will be saved in the exported TIFF image.
When checked, the image will be saved in a way that keeps the original quality. This disables the Image quality and Alpha quality settings. When unchecked, the image will be saved based on the quality settings below, which may cause some loss of quality, but at a better compression ratio. This is the default.
These settings determine at what quality the image will be saved. A higher image quality usually means a larger filesize. When filesize is important you can check if a lower quality is still good enough for your purposes.
This selects the type of image you are trying to export. Presumably this will help in deciding the best way to compress the image.
Choices are: Default, Picture for digital pictures, like portraits or inside shots, Photo for outdoor photography with natural lighting, Drawing for hand or line drawing, with high-contrast details, Icon for small-sized colorful images, and Text for images containing mostly text.
When this option is enabled existing EXIF metadata will be saved in the exported image.
When this option is enabled existing IPTC metadata will be saved in the exported image.
When this option is enabled existing XMP metadata will be saved in the exported image.
When this option is enabled the color profile will be saved in the exported image.
When this option is enabled a thumbnail will be saved in the exported image.
MNG is de afkorting van “Multiple-Image Network Graphics”, netwerk grafiek met meerdere afbeeldingen.
Ooit een veelbelovende techniek, maar de enige browser die dit kan weergeven is Konqueror. Zie http://en.wikipedia.org/wiki/Multiple-image_Network_Graphics.