Als je een nieuw variabel penseel hebt getekend dan wordt het getoond als een afbeelding in het afbeeldingsscherm, en dan wil je het opslaan als penseel. Daartoe gebruik je menuoptie
→ en geeft het een naam met de uitgang .gih en druk op de knop Exporteren; dan verschijnt zo'n scherm:Dit venster heeft diverse opties die niet erg vanzelfsprekend zijn. Je kunt er mee vastleggen hoe het penseel zich moet gedragen.
“Spatiëring” is de afstand tussen twee opeenvolgende afdrukken van het penseel als je ermee werkt. Je kan het werken met penselen in GIMP zien als stempelen met het penseel-patroon. Met een kleine spatiëring komen de stempelafdrukken dicht bij elkaar en gaan ze op een echte lijn lijken. Met een grote spatiëring worden de stempelafdrukken meer afzonderlijk zichtbaar: dat is passend bij een gekleurd penseel (zoals b.v. de paprika “green pepper” of de druif). De mogelijke waarde varieert van 1 tot 200 en dat getal is het percentage van de “doorsnede” van het penseel: 100% is precies de hele doorsnede.
Het is de naam van het penseel die het Penselen dialoogvenster zal worden getoond als je het penseel selecteert.
Dit is de grootte van een enkel stempel met het penseel. Een variabel penseel kent meerdere verschillende stempels, die kunnen worden getoond als evenzoveel lagen met elk één stempel, maar ook als één laag met meerdere cellen naast en/of onder elkaar.
De verschillende stempelafdrukken die het penseel kan maken noemen we cellen. Een penseel met 6 cellen kan worden getoond als 6 lagen die elk zo groot zijn als een cel.
Maar je kan een penseel van 100 bij 100 pixels ook tekenen als acht cellen van 100 bij 100 in een laag van 200 bij 400 pixels of van 300 bij 300, waarbij de laatste cel niet gebruikt wordt.
Dat is het aantal cellen waar het penseel uit komt te bestaan. Standaard is dat het aantal lagen van de afbeelding.
Dit geeft aan hoe de cellen zullen worden verdeeld over de lagen. Als je b.v. op elke laag van 4 lagen twee cellen naast elkaar hebt staan zal GIMP tonen: 1 rijen van 2 kolommen op elke laag
.
Hier wordt het ingewikkeld. Dit gaat over de verschillende manieren om cellen en lagen te combineren.
GIMP zal de cellen in de logische volgorde uit de verschillende lagen halen en ze op een rij zetten. Bijvoorbeeld in het voorbeeld met 4 lagen met elk 2 cellen komen de eerste 2 cellen van de eerste laag, dan 2 van de tweede laag, enz. De rij cellen kun je herkennen als de verschillende lagen als je een *.gih
bestand opent als afbeelding.
Vervolgens zal GIMP die rij cellen verdelen over een rooster met het aantal Dimensies of richtingen dat je instelt.
Een rooster van 1 dimensie is nog precies die rij. Een rooster van twee dimensies is zoiets als een dambord, een vlak met velden in rijen en kolommen, waarin je elk vak kan aanwijzen met 2 getallen (tweede van boven, derde van links).
Bij 3 dimensies komt er een richting (hoogte) bij (denk je in damborden dan staan er een paar, doorzichtig, boven elkaar). Voor een computer is het geen probleem om nog meer dimensies toe te voegen; waarbij wij ons niet meteen iets kunnen voorstellen. In iedere richting heb je een eerste, tweede, … zoveelste cel.
Zo'n rooster wordt dan in volgorde gevuld met de cellen uit de rij. Beginnend met het eerste vak in alle richtingen, dan het tweede, derde … vak in de laatste richting, dan de tweede en volgende in de op een na laatste richting, enz.
Behalve de rangorde-nummers van elke dimensie kun je ze ook nog allemaal een eigen manier van selecteren geven. Bij het tekenen kan GIMP de volgende manieren onderscheiden:
GIMP selecteert de cellen in deze richting in de volgorde zoals ze zijn opgeslagen.
GIMP selecteert de cellen in deze richting willekeurig.
GIMP selecteert de cellen in deze richting afhankelijk van de richting waarin het penseel beweegt.
De eerste rij cellen wordt gebruikt bij een beweging naar boven (0°). De volgende rijen worden gebruikt bij een richting waarvan de hoek dichtbij 360/(het aantal rangen in deze dimensie) ligt, dus met 4 rangen in deze richting wordt de beweging van het penseel opgedeeld in 4 richtingen, met de klok mee. Dus de tweede bij 90°, naar rechts, de derde bij 180°, naar beneden en de vierde bij 270°, naar links. Bij een beweging naar links hoort de vierde cel in deze richting.[2]
Deze opties zijn voor het werken met een modern tekentablet.
Voorbeelden
Waar kan dat dan voor dienen? We zullen nog wat voorbeelden laten zien. Je kan echt in iedere dimensie stempels gebruiken die je penseel een bepaald soort reactie geven.
We beginnen met een 1-dimensionaal penseel, dat ons de kans geeft om de verschillende selectie-manieren te laten zien. Je kan het je zo voorstellen:
Zo maak je het:
Maak een nieuwe afbeelding van 30x30 pixels, RGB ingevuld met een transparante laag. Maak 4 lagen met het tekst gereedschap,“1”, “2”, “3”, “4”. Verwijder de laag “achtergrond”.
Sla de afbeelding op met de extensie .xcf
en exporteer hem als .gih
bestand. De map waarin je hem moet opslaan vind je in dialoogvenster Voorkeuren bij onderdeel Penselen van de Mappen. Kies daar een map die schrijfbaar is en kopieer het pad zodat je het in het venster Exporteren kan plakken als bestemming.
Het dialoogvenster Exporteren als verschijnt. Selecteer de map om hem in te bewaren. OK. Het dialoogvenster Exporteren als Penseelpijp verschijnt. Kies Spatiëring 100%, vul een beschrijving in, laat de celgrootte op 30 x 30 staan, Kies 1 dimensie en 4 rangen en kies als manier van selecteren “Incrementeel”. OK.
Selecteer een van de Tekengereedschappen en klik in het Venster gereedschap Opties op het penseel om het dialoogvenster Penselen te openen, waarin je de menuoptie
of de knop kan vinden. Dan kun je je nieuwe penseel in gebruik nemen. Selecteer hem en trek een lijn:Ga terug naar je .xcf
bestand en exporteer hem opnieuw als .gih
maar nu met als manier van Selecteren “Random”:
En probeer tenslotte op dezelfde wijze de manier “Angular” Selectie:
We geven nu een voorbeeld van een 3 dimensionaal variërend penseel: zijn oriëntatie zal variëren met de richting van schilderen, het zal linker en rechterhanden regelmatig afwisselen en de kleur zal willekeurig wisselen tussen zwart en blauw.
Eerst moeten we dan uitrekenen hoeveel cellen met afbeeldingen we nodig hebben. We willen in de eerste dimensie (x) de richting van het penseel gebruiken (4 richtingen). De tweede dimensie (y) is voor het afwisselen van linker- en rechterhanden en de derde dimensie (z) is voor kleurvariatie. Er zijn dus 4x2x2 = 16 verschillende combinaties van mogelijkheden nodig. We moeten 16 cellen tekenen.
Afbeeldingen creëren voor dimensie 1
Maak een nieuwe afbeelding van 30 bij 30 pixels, RGB en transparant. Kies voorgrondkleur Zwart. Teken een linkerhand met de vingers omhoog wijzend. [3] Sla hem op als handL0z.xcf
(hand Links 0° Zwart).
Open het dialoogvenster Lagen, dubbelklik op de laag om het Laag eigenschappen venster te openen en verander de naam in handL0z.
Dupliceer de laag. Laat alleen de nieuwe laag zichtbaar blijven, selecteer die laag. Draai hem 90° naar rechts (Laag/Transformeren/90° met de klok mee draaien). Hernoem de laag naar handL90z.
Herhaal deze bewerkingen om nog twee lagen te maken: handL180z en handL-90z (of handL270z).
Afbeeldingen creëren voor dimensie 2
Deze dimensie heeft in ons voorbeeld twee rangen, een voor de linkerhand en een voor de rechter. De linkerhand hebben we inmiddels. We voegen nu de rechterhanden toe door horizontaal spiegelen.
Dupliceer de laag handL0z. Zorg dat alleen deze zichtbaar is en selecteer hem en hernoem hem naar handR0z. En voer de bewerking Laag/Transformeren/Horizontaal spiegelen uit.
Herhaal deze zelfde operatie voor de andere linkerhanden om de zwarte rechterhanden te maken.
Orden de lagen alvast voor deze indeling, afwisselend links en rechts en van 0 tot 270 of -90: handL0z, handR0z, handL90z, handR90z, ..., handR-90z.
Afbeeldingen creëren voor dimensie 3
Afbeeldingen creëren voor dimensie 3 : De derde dimensie heeft twee rangen, een voor zwart en een voor blauw. De eerste rang is gemaakt, de tweede moet een kopie worden in blauw. Dat levert 16 afbeeldingen op, dat wordt wel veel, dus we maken eerst lagen met twee cellen (handen).
Gebruik Afbeelding/Canvasgrootte om de afmetingen van de afbeelding te vergroten naar 60 bij 30 pixels. Selecteerde laag handL0z. en maak alleen deze zichtbaar.
Dupliceer laag handL0z. Maak de kopie blauw door blauw als achtergrondkleur te kiezen en het gereedschap Emmer te gebruiken met de optie AG kleur vullen.
Selecteer nu gereedschap Verplaatsen. Check in de Gereedschap Opties (dubbelklik zonodig op het gereedschap) dat de optie Verplaatsen is ingesteld op Laag. Verplaats de laag 30 pixels naar rechts, gebruik makend van een hoog nivo.
Zorg dat alleen handL0z en zijn blauwe kopie zichtbaar zijn. Klik met rechts in het Lagen dialoogscherm: Voer de opdracht Vergroot waar nodig. Je krijgt dan een laag van 60x30 pixels met links de zwarte en rechts de blauwe hand. Hernoem hem naar “handenL0”.
uit met de optieHerhaal deze zelfde operatie voor de andere lagen.
Zet de lagen in de goede volgorde
De lagen moeten in de goede volgorde komen zodat GIMP de plaatjes op de juiste plek kan terugvinden als je het penseel gebruikt. Als ze niet goed staan zal het penseel niet werken. We geven nog twee manieren om te verbeelden hoe je de volgorde moet aanbrengen. Eerst de wiskundige: GIMP deelt de plaatjes of cellen eerst in 4 groepen op, dat worden hier 4 groepen van 4 handen voor de eerste dimensie, iedere groep staat voor een richting van tekenen. Dan verdeelt hij elke groep in tweeën, een met linkerhanden en een met rechter. Samen zijn dat dus 8 groepjes van 2 cellen. Deze groepen worden vervolgens verdeeld naar de derde dimensie, dus een willekeurige kleur van de twee kleuren zwart en blauw.
De andere manier is visueel. Het verband tussen deze methoden staat in de volgende afbeelding:
Hoe gebruikt GIMP deze structuur?: GIMP begint met de eerste dimensie, die is ingesteld op “angular”, dus op de richting van tekenen, b.v. 90°. In deze rang van 90°, geel in de tekening, kiest GIMP voor de tweede dimensie, de afwisseling van L/R, “incremental” dus opeenvolgend, elke volgende stempel het volgende plaatje. Dan kiest hij in de derde dimensie een kleur, en dat op basis van willekeur. Uiteindelijk moeten onze cellen en lagen dus in de volgende volgorde staan:
Voilà. De penseel is klaar. Sla hem op als .xcf
om te bewaren, en exporteer hem als .gih
in de map met penselen, met de volgende parameters:
Spatiëring: 100
Beschrijving: Handen
Celgrootte: 30 x 30
Aantal cellen: 16
Dimensies: 3
Dimensie 1: 4 rangen, selectie: Angular
Dimensie 2: 2 rangen, selectie: Incremental
Dimensie 3: 2 rangen, selectie: Random
Sla het .gih
bestand op in de map die in de voorkeuren van GIMP is ingesteld voor penselen en ververs het overzicht van penselen. Nu kun je hem in gebruik nemen.
Afbeelding 7.19. Hier is het resultaat van het belijnen van een elliptische selectie met het penseel:
[2] Oude versies van GIMP telden de hoeken “tegen de klok in” in plaats van “met de klok mee”.
[3] Goed. Handen zijn wel kant en klaar te vinden, b.v. http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Stop_hand.png.