Since GIMP 2.10 layer modes have changed. The old perceptual layer modes are still available for backwards compatibility. They are called “legacy layer modes”. These legacy layer modes will be used when loading images made before the introduction of the new, mostly linear, layer modes.
For more information on layer modes in general, see the default Layer Modes.
If you need to stay compatible with older GIMP versions or you need to use the legacy layer modes for other reasons, look for the icon to the right of the layer modes selection. This drop down menu will let you choose between Default and Legacy. If you choose the latter, the layer modes list will only show the legacy layer modes and all modes will have “(legacy)” behind their name (the selected mode will use the short version “(l)”).
In the descriptions of the layer modes below, the equations are also shown. This is for those who are curious about the mathematics of the layer modes. You do not need to understand the equations in order to use the layer modes.
De berekeningen worden schematisch genoteerd, bijvoorbeeld de rekenregel
means, “For each pixel in the upper (Mask) and lower (Image) layer, add each of the corresponding color components together to form the E resulting pixel's color.” Pixel color components must always be between 0 and 255.
Opmerking | |
---|---|
Tenzij het anders wordt beschreven worden negatieve uitkomsten altijd afgerond naar 0 en uitkomsten boven 255 naar 255. |
The examples below show the effects of each of the legacy modes. Note that for simplicity we will omit “(legacy)” when mentioning the layer modes here.
Aangezien het resultaat van elke modus enorm kan variëren afhankelijk van de gebruikte kleuren in de lagen geven deze voorbeelden hooguit een algemeen idee van hoe een modus werkt en zul je er zelf veel mee moeten experimenteren om het in de vingers te krijgen. Je zou ook kunnen beginnen met twee lagen die vergelijkbaar, maar een beetje veranderd zijn, (vervaagd, verplaatst, gedraaid, etc.) en zien wat de verschillende modi doen.
Normale Laag methodes
In this group, only “Normal” is normal.
Normaal is de oorspronkelijke modus. De bovenste laag bedekt alle lagen er onder. Als je iets wil zien van de lagen eronder moet je gedeeltes van deze laag transparant maken of de dekking van de laag lager maken.
De berekening is:
De modus Oplossen Laat de bovenste laag oplossen in die eronder door een patroon van willekeurige pixels te tonen in gebieden met transparantie. Dit is nuttig als methode voor de laag, maar wordt ook veel gebruikt als tekenmethode.
Dit is het best zichtbaar aan de randen van de afbeelding. Je ziet het mooi op een vergroting. De linker afbeelding toont de modus “Normaal” (vergroot) en het rechterplaatje toont dezelfde twee lagen maar dan in de modus “Oplossen”, waarin je duidelijk ziet hoe de pixels verwateren.
Methoden met Lichter maken
De modus
vergelijkt per pixel en per kleur de waarden in de bovenste en de lagere laag en geeft het grootste van de beide getallen als resultaat. Een zwarte laag heeft dus geen effect en een witte laag zal een wit eindresultaat geven.De berekening is:
De modus is commutatief, de volgorde van de lagen maakt niet uit.
De modus Scherm voert een ingewikkelde berekening uit op de beide lagen. Die resulteert in een wat lichtere afbeelding met de lichtere delen van beide lagen, soms een “gebleekt” effect. Een zwarte laag heeft met deze methode geen effect en een witte laag zal een witte afbeelding opleveren. Donkere kleuren in de afbeelding zullen transparanter naar voren komen.
De berekening is:
De modus is commutatief, de volgorde van de lagen maakt niet uit.
Doordrukken modus vermenigvuldigt de pixel waarden in de onderste laag met 256, en deelt dat door de inverse van de pixel waarde van de bovenste laag. Het resultaat is meestal een lichte afbeelding, maar sommige kleuren kunnen omgekeerd zijn.
In de fotografie is tegenhouden een techniek in de donkere kamer om de belichting in bepaalde delen van de foto te verminderen zodat er meer details in de schaduwpartijen te zien zijn. Als je het voor dit doel wil gebruiken dan zal dat het best werken op afbeeldingen in grijswaarden en met schildergereedschap in plaats van als Laag modus.
De berekening is:
Laagmodus “Optellen” is heel eenvoudig: De pixel-waarden van de onderste en de bovenste laag worden bij elkaar opgeteld. Dat levert een afbeelding op die lichter is dan elk van de twee. Als een optelling boven het maximum van 255 uitkomt zal die op 255 worden afgekapt.
De berekening is:
De modus is commutatief, de volgorde van de lagen maakt niet uit.
Laagmethoden met donkerder maken
De modus “Enkel donkerder maken” vergelijkt per kleur en per pixel de bovenste en de onderste laag en gebruikt de kleinste van de twee getallen als resultaat. Hier hebben dus witte lagen geen effect en leidt een zwarte laag tot een zwart eindresultaat.
De berekening is:
De modus is commutatief, de volgorde van de lagen maakt niet uit.
De modus “Vermenigvuldigen” vermenigvuldigt de pixel waarden in de bovenste laag met die in de onderste laag en deelt het resultaat door 255. Het resultaat is doorgaans een donkerder afbeelding. Als een van de lagen wit is dan is het resultaat de andere laag; is de ene zwart dan is het resultaat zwart.
De berekening is:
De modus is commutatief, de volgorde van de lagen maakt niet uit.
De modus “Doordrukken” is weer een ingewikkelder berekening die de neiging heeft de afbeelding donkerder te maken, een beetje vergelijkbaar met “Vermenigvuldigen”.
In de fotografie is doordrukken een techniek in de donkere kamer om de belichting in sommige delen van de foto te verhogen. Dat levert meer detail op in de lichte delen van de foto. Wil je het voor dit doel gebruiken dan zal dat het best werken met een tekengereedschap in plaats van een laag modus en op afbeeldingen zonder kleur, in grijswaarden.
De berekening is:
Laag methodes met contrast
Overlay mode in theory inverts the pixel value of the lower layer, multiplies it by two times the pixel value of the upper layer, adds that to the original pixel value of the lower layer, divides by 255, and then multiplies by the pixel value of the original lower layer and divides by 255 again.
Due to a bug [5] the actual equation is equivalent to Soft light. This will not be fixed for the legacy layer mode. However, even if you explicitly use legacy layer mode, GIMP will still set the default Overlay layer mode. Images that have the legacy Overlay mode set for a layer, will have that changed to legacy Soft light, since that's what it effectively is.
De modus “Zacht licht” is op geen enkele manier verwant aan de “Hard licht” modus, maar het resulteert voornamelijk in zachtere randen en minder heldere kleuren. Het lijkt wel veel op de modus “Hard licht”, in sommige versies van GIMP zijn beide methoden zelfs identiek.
Deze berekening is ingewikkeld en gebruikt een tussenresultaat Rs:
De modus “Hard licht” is helemaal ingewikkeld met een berekening in twee delen: een voor de donkere en een voor de lichte kleuren in de bovenste laag. Deze modus laat zich gebruiken bij het combineren van twee foto's om heldere kleuren en scherpe randen te verkrijgen.
De berekening is verschillend voor waarden boven en onder de 128:
Lagen methodes met inversie
De modus “Verschil” trekt de pixelwaarde van de bovenste laag af van de onderste, of andersom zodat er een positief getal uit komt. Dat leidt meestal tot een wat vreemd resultaat, en er is ook gauw een negatief-effect in te herkennen.
De berekening is:
De modus is commutatief, de volgorde van de lagen maakt niet uit.
“Aftrekken” houdt in dat de pixelwaarden van de bovenste laag worden afgetrokken van de onderste, met een minimale waarde van 0. Dat levert dus een donkerder afbeelding op. Als de bovenste laag ook al donker is zal er vaker geheel zwart in voorkomen omdat de waarde 0 zwart is.
De berekening is:
De modus Korrel weghalen Wordt verondersteld de “korrel uit de film” te halen en in de nieuwe laag zichtbaar te maken. Hij kan ook worden gebruikt om een Reliëf effect te creëren. De bewerking is de pixelwaarde van de bovenste laag aftrekken van de onderste en er dan 128 bij optellen, en daarbij binnen de grenzen van 0..255 blijven.
De berekening is:
De modus “Korrel toevoegen” combineert een korrel laag met de volgende laag zodat er een korrelige versie van de oorspronkelijke laag overblijft. Hij veronderstelt als bovenste laag een laag zoals die door de bewerking Korrel weghalen wordt gemaakt. De bewerking is het optellen van de pixels van de beide lagen, van het resultaat 128 aftrekken, en de grenzen van 0..255 daarop toepassen.
De berekening is:
De modus “Delen” vermenigvuldigt om te beginnen de pixelwaarden in de onderste laag met 255 en deelt dat dan door de overeenkomstige pixelwaarde in de bovenste laag (+1 om delen door 0 te voorkomen). Dat levert vaak een lichtere afbeelding op die er nog wel eens verbrand uit kan zien.
De berekening is:
Methodes met HSV componenten
HSV Hue mode uses the Hue of the upper layer and the Saturation and Value of the lower layer to form the resulting image. However, if the Saturation of the upper layer is zero, the Hue is taken from the lower layer, too.
HSV Saturation mode uses the Saturation of the upper layer and the Hue and Value of the lower layer to form the resulting image.
HSL Color mode uses the Hue and Saturation of the upper layer and the Lightness of the lower layer to form the resulting image.
HSV Value mode uses the Value of the upper layer and the Saturation and Hue of the lower layer to form the resulting image. You can use this mode to reveal details in dark and light areas of an image without changing the Saturation.