Hoofdstuk 3. First Steps With Wilber

Inhoudsopgave

1. Basisprincipes van GIMP
2. Het Hoofdvenster van GIMP
2.1. Het Gereedschapsvenster
2.2. Het Afbeeldingsvenster
2.3. Koppelen van dialoogvensters
3. Ongedaan maken
3.1. Dingen die u niet kunt ongedaan kunt maken

1. Basisprincipes van GIMP

In dit hoofdstuk worden kort basisprincipes en uitdrukkingen uitgelegd die u nodig heeft om de rest van de documentatie te begrijpen. Alle onderwerpen die hier ter sprake komen worden verderop in de documentatie uitgebreider behandeld. Op een enkel uitzondering na hebben we geprobeerd te vermijden dat dit hoofdstuk dichtslibt met links en verwijzingen: Alles wat hier behandeld wordt is zo elementair dat we verwachten dat het eenvoudig is de uitgebreidere informatie in de inhoudsopgave op te zoeken.

Afbeeldingen

Afbeeldingen” zijn de basiseenheden waar GIMP mee werkt. Een “afbeelding” komt ruwweg overeen met een enkel bestand, zoals een TIFF of een JPEG bestand. U kunt het ook zien als een enkel venster, maar dit is strikt genomen niet juist: het is mogelijk om meerder vensters geopend te hebben die allemaal dezelfde “afbeelding” tonen. Het is echter niet mogelijk om in een enkel venster meerdere afbeeldingen te tonen of een “afbeelding” in GIMP geopend te hebben zonder dat er een venster is dat het weergeeft.

Een GIMP afbeelding kan een zeer ingewikkelde constructie zijn. U kun het beter beschouwen als een boek met vele pagina's dan een enkel vel papier met daarop een plaatje, de pagina's van het boek zijn te vergelijken met de “lagen” van de afbeelding. Naast de stapel van lagen kunnen in een GIMP afbeelding ook nog een selectie-masker, een verzameling kanalen en een verzameling paden aanwezig zijn. GIMP maakt het mogelijk verschillende, willekeurige stukken gegevens aan een afbeelding toe te voegen, deze worden ook wel “parasitairen” genoemd.

In GIMP kunnen meerdere afbeeldingen tegelijkertijd geopend zijn. Grote afbeeldingen kunnen vele megabytes computergeheugen nodig hebben. GIMP beheert het geheugen echter op een geavanceerde tegel-achtige manier waardoor enorme afbeeldingen toch nog elegant bewerkt kunnen worden. Er zijn echter grenzen aan de mogelijkheden; meestal wordt het werken met afbeeldingen erg gestroomlijnd door hiervoor eenvoudigweg zoveel mogelijk geheugen in uw systeem beschikbaar te maken.

Lagen

Een “laag” van een afbeelding is vergelijkbaar met een bladzijde in een boek. De eenvoudigste afbeeldingen zijn uit slechts een laag opgebouwd en zijn vergelijkbaar met een enkel vel papier. Verfijnde GIMP gebruikers gaan vaak om met afbeeldingen die uit tientallen lagen opgebouwd kunnen zijn. Lage hoeven niet ondoorschijnend te zijn of de afbeelding volledig te bedekken. De weergave van de afbeelding laat dus meer dan de bovenste laag zien: U ziet elementen van meerdere lagen.

Kanalen

Een kanaal is de kleinste onderverdeling in de stapel afbeeldingsvellen waaruit een GIMP-afbeelding bestaat. Ieder kanaal uit een laag heeft dezelfde grootte als de betreffende laag en bestaat uit evenveel beeldpunten. Ieder beeldpunt is een vakje waarin een getal tussen de 0 en 255 ingevuld kan worden. Wat dit precies betekent is afhankelijk van de functie van het kanaal; in RGB kleurenmodel geeft het rode kanaal aan hoe sterk de rode component in de verschillende beeldpunten beeldpunt is, in het selectie-kanaal wordt ermee aangegeven hoe sterk ze geselecteerd zijn en bij het alfakanaal geeft het aan doorzichtig ze zijn.

Selekties

Meestal wilt u bij het bewerken van een afbeelding slechts een deel ervan veranderen. Het “selektie”mechanisme maakt dit mogelijk. Elke afbeelding heeft haar eigen selektie die u kunt onderscheiden met behulp van korte streepjes die over de scheidingslijn tussen de geselecteerde en niet-geselecteerde delen bewegen (een engelse term hiervoor is “marcherende mieren” Eigenlijk is de lijn enigzins misleidend omdat het selecteren in GIMP geleidelijk plaatsvindt in plaats van alles-of-niets, in feite wordt de selectie door een compleet kanaal van grijswaarden weergegeven; de streepjes-lijn is de contour-lijn op het 50%-geselecteerde niveau. Ten alle tijde kunt u echter het selectie-kanaal in al haar finesses aanschouwen door de knop voor het Snelmasker in te drukken.

Een belangrijk aspect van het gebruik van GIMP leert u door het maken van goede selekties—selekties van precies datgene dat u wilt bewerken en niets anders. Omdat het selekteren zo een enorm belangrijke aktie is, zijn er in GIMP een grote hoeveelheid instrumenten beschikbaar om er even zovele manieren iets mee te doen: Een collectie instrumenten om iets te selekteren, een menu om bewerkingen op selekties uit te voeren, en de mogelijkheid om naar de weergave van het Snelmasker over te schakelen, waarin u het selektiekanaal als een kleurenkanaal kunt bewerken en de “selektie in kunt kleuren

Annuleren

Indien u vergissingen maakt kunt u die ongedaan maken. Bijna alles wat mogelijk is kunt u ook weer ongedaan maken. Als u op een gegeven moment besluit dat een behoorlijke hoeveelheid van uw recente bewerkingen toch niet het gewenste resultaat opleveren kunt u deze meestal zonder problemen ongedaan maken. GIMP biedt deze mogelijkheid door veel van de bewerkingen die u sinds het opstarten van GIMP uitgevoerd heeft te onthouden. Het onthouden kost echter geheugen en omdat het geheugen beperkt is, is niet altijd alles ongedaan te maken. Sommige bewerkingen kost weinig geheugen om te onthouden zodat veel daarvan onthouden kunnen worden voordat de eerste wegens ruimtegebrek uit het geheugen wordt gewist, andere types bewerkingen kosten echter grotere hoeveelheden geheugen en worden dus eerder gewist. U kunt zelf instellen hoe groot de ruimte is die GIMP mag gebruiken om de bewerkingen te onthouden bij elke figuur, maar in ieder geval is het altijd mogelijk de laatste twee tot drie laatste bewerkingen ongedaan te maken. (De meest belangrijke bewerking die niet ongedaan gemaakt kan worden is het sluiten van de afbeelding; Als u wijzigingen in een afbeelding heeft aangebracht vraagt GIMP u daarom nog eens om een expliciete bevestiging of u de afbeelding af wilt sluiten.)

Uitbreidingen of "plug-ins"

De meeste bewerkingen die u op een afbeelding uitvoert doet u met het GIMP-progamma zelf. GIMP kan echter ook veelvuldig gebruik maken van uitbreidingen, de zogenoemde “plug-ins” dit zijn externe programma's die erg nauw met GIMP samenwerken en erg verfijnde manier afbeeldingen kunnen bewerken. Veel belangrijke “plug-ins” worden samen met het GIMP-pakket geinstalleerd maar via andere wegen zijn er nog meer aanvullinde uitbreidingen beschikbaar. Voor mensen die niet in de GIMP ontwikkelingsgroep zitten is het schrijven van “plug-ins”en script-programma's) de eenvoudigste manier om nieuwe functionaliteit aan GIMP toe te voegen.

Alle opdrachten in het Filters-Menu, en een relevant deel van de opdrachten in andere menu's worden in feite uitgevoerd door extensies.

Scripts

Aanvullend op “plug-ins” die in de programmeertaal C worden geschreven, kan er door GIMP ook gebruik gemaakt worden van direkt uitvoerbare programma-recepten: “scripts” Het grootste deel van de bestaande “scripts” voor GIMP zijn in een taal genaamd “Script-Fu” geschreven die speciaal voor gebruik in GIMP ontwikkeld is. (Voor degenen die het interesseert, is het interresant om te weten dat het eigenlijk een dialect van de Lisp-achtige taal “Scheme” is). Het is ook mogelijk om GIMP-scripts in Python of Perl te schrijven. De laatste twee talen zijn flexibeler en krachtiger dan Script-Fu; het nadeel is echter wel dat ze niet standaard met GIMP meegeleverd worden, dus er is geen garantie dat deze scripts overal probleemloos met GIMP werken.